Voor woningcorporaties zijn er de komende jaren genoeg uitdagingen. De verwachtingen van binnen en buiten het soms complexe speelveld zijn hoog en de mogelijkheden beperkt. In wet- en regelgeving zijn de elementen die toezien op de Raad van Commissarissen (RvC), de verhouding tussen RvC en bestuurder en de RvC en de buitenwereld inmiddels wel uitgebalanceerd. Ook de verhouding tussen regelgeving en context waarin wordt geopereerd wordt steeds duidelijker, de praktijk heeft langzaamaan zijn invloed op de regels (herzieningen etc.). De verantwoordelijkheden van bestuur en toezicht blijven echter onveranderd groot.
Onder invloed van de Woningwet 2015 en de Governancecode 2020 zijn de rol en het samenspel tussen bestuur en de RvC van een woningcorporatie toch net wat anders geworden.
Dat maakt dat de onderstaande vragen nog steeds actueel zijn:
Daarnaast komen er vragen als:
Vragen waarop in een zelfevaluatie het juiste antwoord moet komen.
Een behoorlijk functioneren van bestuur en toezicht vereist dat het functioneren regelmatig wordt geëvalueerd. Het is belangrijk dat besturen en Raden van Commissarissen dit serieus nemen. De toenemende belangstelling van buitenaf weerspiegelt de verwachting dat het functioneren steeds zichtbaarder en transparanter wordt. Sterker wordende maatschappelijke eisen en toenemende complexiteit stellen nieuwe eisen aan uw taak. De zelfevaluatie is daarin een belangrijk jaarlijks terugkerend moment om daar als bestuur en/of RvC ook zelf goed bij stil te staan. Een goed functionerende governance is tenslotte van levensbelang voor uw organisatie.
Begeleiding van de evaluatie door een externe vermindert de vrijblijvendheid van de zelfevaluatie en maakt het makkelijker gevoelige onderwerpen aan te snijden. Om een zekere mate van objectiviteit te waarborgen is daarom in de Woningwet artikel 30 lid 11 opgenomen. Hierin wordt bepaald dat de statuten voorschriften moeten bevatten over jaarlijkse zelfevaluaties; deze moet eens per twee jaar onder externe begeleiding worden uitgevoerd.
Hofmeier kiest voor de zelfevaluatie altijd een vorm en aanpak die past bij uw vraagstukken, de gewenste dynamiek tussen bestuur en RvC en de fase van ontwikkeling van uw organisatie. Het is bijvoorbeeld mogelijk om te starten met individuele gesprekken gevolgd door een plenaire bijeenkomst. De zelfevaluatie kent kortweg de volgende stappen:
Daarnaast is het mogelijk om een (aantal) plenaire bijeenkomst(en) of een plenaire bijeenkomst gevolgd door individuele sessies op aandachtspunten te laten organiseren. De inhoud van deze bijeenkomsten zal hetzelfde zijn als hierboven omschreven, maar de dynamiek zal dan verschillen. In welke vorm dan ook is de doelstelling om te komen tot een beknopt rapport met de belangrijkste bevindingen ten aanzien van de onderlinge verhoudingen binnen de raad, de verhouding met de bestuurder en de verhouding met de stakeholders en het opereren en functioneren van de RvC in het algemeen.
Heeft u vragen over hoe Hofmeier u kan begeleiden tijdens uw zelfevaluatie of bent u geïnteresseerd in onze dienstverlening? Neem dan vrijblijvend contact op met Wobbe van der Meulen.