Woningcorporaties hebben tot op de dag van vandaag niet het onderste uit de kan gehaald op fiscaal gebied. Met alle beperkingen die hen inmiddels worden opgelegd wordt het zo onderhand echter noodzakelijk om dat wel te gaan doen. Dat gaat alleen niet zonder slag of stoot. Daar moet wel het een en ander voor worden georganiseerd!
Relevante ontwikkelingen in het fiscaal speelveld
Stijgende WOZ-waardes stuwen de verhuurdersheffing en overige op WOZ gebaseerde heffingen op (en dat zijn er nogal wat!). Hiernaast stuwt de ATAD-wetgeving de belastingdruk voor de corporaties verder omhoog: corporaties kunnen als kapitaalintensieve organisaties niet meer de volledige rentelasten in aftrek brengen, waardoor de te betalen VPB een behoorlijke stijging laat zien. Ook verhoging van het verlaagde btw-percentage (van 6 naar 9%) en de verkorting van de voorwaartse verliesverrekeningstermijn hebben impact op de fiscale afdracht en daarmee op de financiële slagkracht van corporaties. Bij elkaar zal dit alles ertoe leiden dat corporaties bijna vijf maanden van hun huurinkomsten direct kunnen afstorten naar de belastingdienst. Is daar dan niets aan te doen?
Effectieve fiscale strategie
Het antwoord op de voorgaande vraag is ‘ja, dat kan wel degelijk!’ Daar moet je alleen wel wat voor doen en daarbij gaat wel de kost voor de baat uit. Hieronder duiden we kort een paar opties. Belangrijke voorwaarden vooraf zijn wel dat de basis, te weten alle fiscale dossiers, op orde moet zijn. Ook moet je als organisatie ‘bij’ zijn. Dat wil zeggen: je moet in de actualiteit werken en geen tot weinig openstaande aangiftes van voorgaande jaren meer hebben. Op dat moment kun je aan fiscale planning gaan doen. Aspecten die daar de komende jaren belangrijk in worden, zijn onder andere het nauwkeurig kijken naar de mogelijkheden tot verliesverrekening (de termijn voor voorwaartse verrekening wordt immers verkort van negen naar zes maanden). Daarnaast loont het de moeite om bij het afwegen van duurzaamheidsinvesteringen nadrukkelijk ook de fiscale mogelijkheden bij sloop/nieuwbouw (afwaardering naar lagere bedrijfswaarde) mee te nemen. Ook het scherp in kaart brengen van het onderscheid tussen onderhoud en verbetering blijft een punt waar ‘winst’ te behalen valt. Met goed onderbouwde keuzes kan ook hier fiscaal meer gestuurd worden dan nu gebeurt. Maar vooral, begin met het scherp kijken naar je WOZ-waardes. De WOZ is het vertrekpunt voor een groot aantal andere fiscale heffingen. Niet alleen de verhuurdersheffing is erop gebaseerd, maar onder andere ook een groot aantal lokale heffingen en de energieheffing. Tenslotte kan het lonen om ook eens te kijken naar de mogelijkheden die je op niet-Daeb gebied nog of weer gekregen hebt.
Een kritische houding…
Daarnaast moet je als organisatie de bereidheid hebben om de standpunten die de fiscus inneemt, en die lang niet altijd even valide zijn, ter discussie te stellen. Dat moet je dan wel doen met de juiste (fiscale) onderbouwing en het moet gebeuren vanuit een pleitbaar standpunt. Let wel! Ook hier geldt wel weer de harde voorwaarde dat je dossiers op orde zijn en dat je in de actualiteit werkt! Dan blijkt er vaak (aanmerkelijk) meer mogelijk dan de belastingdienst in eerste instantie stelt.
Kortom: ondanks de vele voetangels en klemmen, zijn er nog wel de nodige mogelijkheden om je fiscale positie te optimaliseren. De basis op orde krijgen, in de actualiteit werken, fiscale afwegingen betrekken bij (duurzaamheids)investeringsbeslissingen, fiscale planning en fiscaal risicomanagement invoeren kunnen daarbij helpen. Onze fiscaal experts gaan graag met u in gesprek om vanuit hun expertise naar uw specifieke situatie en mogelijkheden te kijken.
Meer inspiratie?
Als Hofmeier delen we graag relevante kennis. Geïnspireerd blijven en altijd op de hoogte van alles wat hoog op de corporatie-agenda staat? Meld u aan voor de inspiratiemail of deel deze inspiratiemail met iemand die ook wat inspiratie kan gebruiken!