Maatschappelijke organisaties in de zorg, het onderwijs en ook woningcorporaties lenen met grote regelmaat ZZP’ers in. Vaak gebeurt dat door tussenkomst van een intermediair. Dat hier risico’s voor de inlener aan vastzitten (de zogenoemde inleneraansprakelijkheid) is vaak minder goed bekend.
Daarnaast houden deze organisaties zich bezig met “werken van stoffelijke aard” (denk aan het bouwen, verbeteren, verduurzamen en/of onderhouden van vastgoed, maar ook aan diensten, zoals schoonmaakwerkzaamheden). Vrijwel nooit doen zij dit zelf maar huren (onder)aannemers in. Bij de risico’s, met name die van de Wet Keten Aansprakelijkheid (kortweg WKA), wordt helaas ook niet altijd stil gestaan.
De belangrijkste doelstelling van de wet is om ervoor te zorgen dat premies en loonheffing worden afgedragen door onderaannemers en uitleners van personeel in geval van misbruik en faillissement.
De ketenaansprakelijkheidsregeling maakt de aannemer van een werk aansprakelijk voor de loonheffingen die zijn onderaannemer in verband met (een deel van) het werk moet afdragen. Op zijn beurt kan de onderaannemer (een deel van) het werk dat aan hem is uitbesteed, aan een ander uitbesteden. Zo kan een keten ontstaan van (onder)aannemers die allen betrokken zijn bij de uitvoering van een werk. De ketenaansprakelijkheidsregeling maakt elke schakel in de keten aansprakelijk voor alle volgende schakels.
Een belangrijk onderscheid dat bij een woningcorporatie gemaakt moet worden is of zij wel of niet als “eigenbouwer” wordt beschouwd door de belastingdienst. Een zogeheten eigenbouwer wordt namelijk met een aannemer gelijkgesteld. Een eigenbouwer is degene die zonder daartoe van een opdrachtgever opdracht te hebben gekregen buiten dienstbetrekking in de normale uitoefening van zijn bedrijf een werk van stoffelijke aard uitvoert.
Om als eigenbouwer te kunnen worden aangemerkt gelden bepaalde voorwaarden. Woningcorporaties voldoen vaak aan die voorwaarden, maar niet altijd! Dit onderscheid is erg belangrijk, want het niet voldoen aan de regelgeving en vereisten leidt al snel tot fiscale consequenties als boetes en naheffingsaanslagen (btw en loonheffing). Het is belangrijk om je te realiseren dat de belastingdienst gebaat is bij het eigenbouwerschap van een corporatie. Er valt immers, door de ketenaansprakelijkheid, meer te verhalen bij de corporatie. Een corporatie daarentegen is gebaat bij niet eigenbouwerschap! Om als zodanig te worden beschouwd, gelden een aantal voorwaarden, waarover later meer.
Nu het belang van de status helder is, moet gekeken worden naar de feitelijke omstandigheden bij een corporatie met betrekking tot nieuwbouw, maar ook onderhoud:
Is eenmaal duidelijk of een corporatie als eigenbouwer of niet beschouwd wordt (de feitelijke omstandigheden zijn scherp geformuleerd), dan zijn verschillende risico beheersmaatregelen vereist om de aansprakelijkheid te beperken. Als u eigen bouwer bent, kunt u denken aan (niet uitputtend!):
Bent u geen eigenbouwer dan is het belangrijk om juist geen verleggingsregeling op facturen te accepteren. Geadviseerd wordt om vooral te blijven storten op de G-rekening en de verklaringen van het betalingsgedrag regelmatig te blijven opvragen bij de aannemers waarmee u werkt.
Met een eenvoudige check is het mogelijk om te bepalen of u als eigenbouwer wordt aangemerkt en of dat in alle situaties handig is. Daarnaast brengen we met de check de risico’s die u loopt ten aanzien van ketenaansprakelijkheid in kaart. Dan gaat het vooral om risico’s op het gebied van loonbelasting en btw. Wat gaan we dan doen? Natuurlijk is er bij elke organisatie sprake van maatwerk, maar in grote lijnen verlopen de werkzaamheden op de volgende wijze:
Gerealiseerd moet worden dat de risico’s toenemen naarmate de corporatie in omvang toeneemt, maar elke corporatie (groot en klein) heeft hiermee te maken en de ervaring leert dat niet veel corporaties de beheersing hiervan volledig op orde heeft.
Heeft u interesse in het doen van de WKa check binnen uw organisatie, neemt u dan vrijblijven contact op met ons op.