Fiscaliteit is nog steeds een hot topic bij woningcorporaties. Er zijn ook veel veranderingen gaande en extra aandacht hiervoor is geen overbodige luxe. Er valt veel voordeel te behalen als je hier op een goede manier mee aan de slag gaat. Bij Woningbedrijf Velsen zijn ze hier actief mee bezig en daar willen wij meer van weten. We namen contact op met Gert-Jan Kluft van Woningbedrijf Velsen en een van onze professionals, Ilja Rietveld, die Velsen ondersteunt bij deze fiscale vraagstukken.
Gert-Jan, met welke uitdagingen hebben jullie op dit moment te maken? En op welke manier pakken jullie dit aan?
Bij Woningbedrijf Velsen hebben we de ambitie om onze administratie strak op orde te hebben. Maar ook willen wij de middelen die wij hebben zo goed mogelijk benutten. Op het gebied van fiscaliteit valt voor ons nog het nodige voordeel te behalen. Daarom werken wij op dit moment aan het aanbrengen van onderscheid tussen onderhouds- en verbeteringskosten. Wij willen dit transparant en overzichtelijk kunnen rapporteren. Dit is verplicht en het kan voor problemen zorgen als dit niet goed is ingericht. Vooraf wordt er al een scheiding in aangebracht. Wij vragen ook van onze leveranciers om al onderscheid te maken op de factuur die wij van ze ontvangen.
Wat willen jullie bereiken?
Het belangrijkste doel is om transparant te werken. Een scheiding tussen onderhoud en verbetering is hierin belangrijk.
Is deze manier anders dan bij andere woningcorporaties?
Veel corporaties hebben het onderscheid tussen onderhoud en verbetering nog niet tot in detail verwerkt. Bij Woningbedrijf Velsen willen we de administratie zo goed mogelijk inrichten. Dit betekent dat we niet achteraf verschillende aanpassingen of correcties door willen voeren, maar dat we vanaf het begin alles juist doen. Als we de administratie juist hebben ingericht kan er ook (desgewenst) vooraf met de belastingdienst worden afgestemd over onze werkwijze. Dit kan in een later stadium gebruikt worden bij een eventuele controle door de belastingdienst.
Wat heeft jullie aanpak opgeleverd?
We hebben nu inzichtelijk gemaakt wat het verschil tussen onderhoud en verbetering is en wat dat betekent voor onze resultaten. Ook heeft het onderwerp bij medewerkers binnen Woningbedrijf Velsen bewustzijn gecreëerd over het belang hiervan.
Ilja, op welke manier is jouw aanpak anders/innovatief geweest voor Woningbedrijf Velsen?
Veel corporaties lopen aan tegen het feit dat het achteraf moeilijk is om te controleren welke werkzaamheden er precies zijn gedaan. Omdat wij hier bij Velsen per onderhoudsregel zijn gaan kijken naar het percentage onderhoud of verbetering en dit direct met de aannemer hebben gecommuniceerd, krijgen wij van de aannemer een overzicht met de uitsplitsing. De aannemer weet precies welke werkzaamheden er verricht worden. Het is een kwestie van organiseren, goed inrichten en vastleggen. Dat kost even tijd, maar levert uiteindelijk meer op.
Gert-Jan, hoe hebben jullie de samenwerking met Hofmeier ervaren? En hoe ben je met Hofmeier in contact gekomen?
De samenwerking hebben wij als positief ervaren. Ze zijn zeer deskundig, prettig in de omgang en denken actief met ons mee. Het is fijn dat er iemand hier intern aanwezig is. Dat is beter dan losse afspraken met externen.
Hofmeier verzorgt vaker adviseurs voor ons. Deze interimmers worden tijdelijk als flexibele schil ingezet.
Wat zijn in jouw ogen de belangrijkste fiscale ontwikkelingen voor woningcorporaties?
De corporaties zijn lange tijd niet bezig geweest met fiscaliteit, omdat ze nog niet in een betalende positie waren. Nu dit bij steeds meer corporaties het geval is, zie je dat fiscaliteit meer aandacht krijgt. Onderhoud en verbetering is één van de onderdelen waar de corporaties mee bezig zijn. Dit is deels om een goed onderscheid te maken voor de belastingdienst, maar ook om te kunnen sturen op wat er vervangen wordt. Sommige vervangingen moeten worden geactiveerd, andere kunnen worden gezien als onderhoud en dus aftrekbare kosten. Meer onderhoud, betekent minder winst en dat resulteert in een lagere belasting. Met deze aanpak kan je dus onderaan de streep meer investeren.
Wat betekent dit voor de toekomst?
Corporaties moeten in de toekomst ‘fiscus-proof’ zijn. Hierdoor zal er bij alle corporaties per discipline gekeken moeten worden hoe er geoptimaliseerd kan worden. Onderhoud versus verbetering is een begin, maar in de toekomst zal er meer nodig zijn.