Opgelost of uitgesteld? Een kritische blik op de Miljoenennota 2025 Het zogenoemde 'ravijnjaar' 2026, waarin Nederlandse gemeenten te maken zullen krijgen met een forse daling van inkomsten uit het gemeentefonds, is al enige tijd een belangrijk gespreksonderwerp in gemeenteland. De miljoenennota 2025 biedt volgens sommigen hoop, terwijl anderen vrezen dat de structurele problemen niet opgelost zijn of worden. In dit artikel bekijken we beide standpunten en bespreken we mogelijke oplossingen voor de financiële uitdagingen waarmee gemeenten te maken krijgen. Uiteindelijk nodigen we gemeenten/onze lezers uit om actief deel te nemen aan de discussie: hoe gaat jouw gemeente hiermee om?
Voorstanders van het idee dat de problemen rond 2026 zijn opgelost, wijzen naar de financiële maatregelen die in de Miljoenennota 2025 worden aangekondigd. In deze nota wordt duidelijk dat er extra middelen beschikbaar komen voor gemeenten om de gevolgen van bevolkingsgroei, vergrijzing en de oplopende kosten in het sociaal domein op te vangen.
Met name de verhoging van het gemeentefonds tot 2025 heeft bijgedragen aan een versterking van de financiële basis van gemeenten. De tijdelijke buffer die wordt opgebouwd met de extra middelen van de jaren 2022-2025, kan volgens het kabinet dienen om de terugval in 2026 op te vangen. Hierdoor kunnen gemeenten doorgaan met belangrijke investeringen in bijvoorbeeld de energietransitie, woningbouw en sociale zorg.
Daarnaast biedt de miljoenennota 2025 perspectief op de uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied. Dit zou gemeenten de ruimte geven om zelf meer inkomsten te genereren, wat de afhankelijkheid van rijksbijdragen verkleint en hun autonomie vergroot. Vanuit dit perspectief lijkt het ravijnjaar beheersbaar, mits gemeenten verstandig omgaan met hun financiële planning en de tijdelijke buffers goed benutten.
Tegenstanders van dit optimisme zijn echter van mening dat de structurele problemen waarmee gemeenten worden geconfronteerd niet worden opgelost met de miljoennota 2025. Hoewel de tijdelijke verhoging van het gemeentefonds en het advies om buffers op te bouwen zeker enige verlichting bieden, blijven de onderliggende uitdagingen bestaan.
De belangrijkste kritiek komt voort uit de onzekere toekomst van de financiering vanaf 2026. Het huidige systeem, waarin de gemeentelijke inkomsten meebewegen met de Rijksuitgaven, wordt afgeschaft. Vanaf 2026 zullen de bijdragen aan gemeenten alleen nog worden aangepast voor loon- en prijsontwikkelingen. Tegelijkertijd blijven de kosten voor het sociaal domein, en met name de jeugdzorg, stijgen. De openeinderegeling in de jeugdzorg maakt het voor gemeenten vrijwel onmogelijk om de kosten te beheersen.
Daarnaast is de eerder aangekondigde opschalingskorting vanaf 2026 definitief geschrapt. Dit houdt in dat de eerder gevreesde € 715 miljoen euro aan bezuinigingen niet zal plaatsvinden, wat enige financiële verlichting biedt. Echter, de fundamentele problemen, zoals de stijgende kosten in het sociaal domein, blijven bestaan en vereisen verdere structurele oplossingen.
Het ravijnjaar 2026 komt snel dichterbij en de meningen over de financiële toekomst van gemeenten lopen sterk uiteen. Sommigen zien de Miljoenennota 2025 als een oplossing, terwijl anderen waarschuwen voor de structurele tekorten die nog steeds dreigen. Het is duidelijk dat de uitdagingen groot zijn, en dat er op lokaal niveau verschillende keuzes gemaakt moeten worden.
We nodigen gemeenten daarom uit om deel te nemen aan de discussie: Hoe gaat jouw gemeente om met de financiële uitdagingen van 2026? Welke maatregelen zijn jullie aan het nemen om het ravijnjaar te overbruggen? En wat zijn jullie verwachtingen voor de toekomst van de gemeentelijke financiën? Laten we samen kijken naar oplossingen die bijdragen aan een duurzame en robuuste financiële toekomst voor alle gemeenten in Nederland.