Een volle zaal, presentaties die stof deden opwaaien en levendige discussies op 11 oktober bij het seminar ‘Beter met Benchmarking’ van Hofmeier, PublicValues en Scope & Skills.
Dagvoorzitter Piet Klop van PublicValues had de aanwezigen al meteen vanaf het begin te pakken met: ‘wat zeggen cijfers nu eigenlijk’ door te verwijzen naar sjoemelsoftware en kledingfabrikanten die klanten een beter gevoel geven door kleinere maten op hun kleding labels te vermelden.
De eerste spreker, Peter de Reus, nam ons mee in de wereld van Big Data en hoe die te gebruiken om te kunnen benchmarken. De wereld om ons heen vraagt steeds sneller om besluitvorming. Daarvoor moet onze data wel op orde zijn én moeten we ook (analyse) tools hebben om de juiste beslissingen te kunnen nemen. Dat vraagt daarmee ook om ander(soortige) medewerkers. Aan de hand van een aansprekend voorbeeld liet Peter ons zien hoe door inzet van Big Data (openbare bronnen) aangetoond kan worden dat de woonfraude (beperkt tot onderhuur en kamerverhuur van corporatiewoningen en alleen in Amsterdam) vele malen groter is dan de veronderstelde woonfraude.
Bob Witjes van Aedes gaf ons inzicht in het Woningwaarderingsstelsel (WWS) en de invloed daarvan op de onderlinge vergelijkbaarheid van woningen. Het puntenstelsel bevat een aantal samenstellende elementen die de waarde van de woning bepalen. Inzet van (met name) voormalig minister van BZK Blok was het verkopen van corporatiewoningen met een zodanig aantal punten, dat ze boven de liberalisatiegrens uitkwamen aan beleggers. Op dit moment zou dan ca. 50% van het corporatiebezit verkocht moeten worden. Worden er duurzaamheidsmaatregelen genomen (volgens het klimaatakkoord) dan komt daar nog eens 20% bij. Bob legde de zaal de vraag voor of corporaties hun bezit t.b.v. het middensegment inderdaad zouden moeten verkopen. Het antwoord daarop was genuanceerd maar neigde sterk naar nee, omdat dan corporaties hun sociale opgaaf ook niet meer zouden kunnen invullen (en het bezit wel erg eenzijdig zou worden). Algehele conclusie: het WWS zorgt regionaal voor grote waardeverschillen, met name onder invloed van de WOZ en bezit vergelijken met een ander lukt eigenlijk alleen maar als er een vergelijkbare woning markt is.
Prachtig natuurlijk al die theoretische beschouwingen, maar wat kun je als woningcorporatie nu met al die benchmarkgegevens? Auke de Vries liet zien hoe Patrimonium Groningen omgaat met benchmarking. Dat doe je niet zomaar. Dat heeft een bedoeling. Patrimonium benchmarkt al jaren samen met de Groninger corporaties om te zien wat er van elkaar geleerd kan worden. Dat werkt en bevordert ook nog eens de samenwerking! Patrimonium benchmarkt ook intern, vooral om de effectiviteit van het beleid te toetsen en om te bezien of de beleidsdoelstellingen worden gehaald. Zo is er een aantal jaren geleden begonnen met een Hofmeier Formatiescan om te kijken of de organisatie kwalitatief en kwantitatief op orde was. Mede naar aanleiding daarvan heeft Patrimonium een organisatieveranderingstraject ingezet. De Aedesbenchmark wordt ook gebruikt om te zien hoe er zaken verbeterd kunnen worden. Soms wordt er door Patrimonium ook bewust gekozen om beargumenteerd af te wijken van de benchmark trend om eigen doelstellingen na te streven. Kortom Patrimonium benchmarkt om ervan te leren en om de organisatie te verbeteren.
Na de pauze gaf Grethe van Geffen een inkijkje in de theoretische achtergronden van benchmarken en de rol van soft controls daarin. Daarbij spelen drie niveaus: het individu, de groep en de organisatie. Daartussen kan spanning bestaan. Als leidinggevende kun je richting geven door meer de overeenkomsten dan de verschillen benadrukken, waardoor je ook verschillen kunt overbruggen. Benchmarken kan ook leiden tot inefficiënties, omdat alleen nog maar de benchmark relevante zaken gedaan worden. Daarbij is ook het perspectief van waaruit je naar een benchmark kijkt van belang. Dat bepaalt hoe je naar de zaken kijkt en benchmark uitkomsten duidt. Verschillende perspectieven leiden tot verschil in duiding. Daarover moet je het met elkaar hebben.
Zoals inmiddels gebruikelijk sloot Jet Bicker Caarten van Portaal de bijeenkomst af met een kritische noot. Waarom benchmarken we eigenlijk? Als we het onze huurders vragen geven zij aan dat de voordelen hen ontgaan en dat het geld beter aan andere zaken besteed kan worden. En….. we zijn allemaal vóór hetzelfde, maar doen ontzettend ons best om elkaars verschillen te benoemen. Daarnaast benchmarken we van alles, maar de zaken waar het echt om gaat benchmarken we nauwelijks. Huurders merken nergens aan ‘wat’ het hen nu oplevert in de buurt. Conclusie: huurders en wat voor hen belangrijk is zit nergens in de benchmark.
De middag werd afgesloten met een geanimeerde borrel, waarop nog lang werd nabesproken over het nuttig of minder nuttig zijn van benchmarken en wat je daar dan vervolgens mee doet.
[widgetkit id=”9″ name=”Impressie seminar benchmarking”]